Laat ik jullie meenemen in een raadsvergadering die voor mij niet als andere raadsvergaderingen was. In mei heb ik een amendement op de APV ingediend om straatintimidatie strafbaar te maken in Hengelo. Vol zelfvertrouwen stond ik in de raad mijn bijdrage te delen. Na de tijd kreeg ik van vrienden, partijgenoten en zelfs onbekenden te horen hoe goed ik het deed, hoe belangrijk het was en hoe trots mensen op mij waren.
In deze column ga ik het hebben over wat er schuilgaat achter dat perfecte plaatje, over mentale gezondheid bij jongeren en over hoe wij daaraan bij kunnen dragen.
Om te beginnen bij mijzelf, ik heb het allemaal best wel goed voor elkaar, niet? Ik ben 23, ik ben raadslid voor de PvdA, ik studeer twee masters, ik ben bestuurslid voor de NOA die ik mede heb opgericht. Allemaal onderdelen van mijn leven waarvan ik hoor “wow jij doet echt goeie dingen”, allemaal onderdelen waar ik trots op ben. Allemaal onderdelen die ik met een glimlach op mijn gezicht deel op sociale media.
Als geen ander weet ik dat een glimlach op je gezicht niet altijd betekent dat het goed gaat, mijn glimlach verbergt ook onzekerheden en momenten dat het even niet zo lekker gaat.
Laten we even teruggaan naar de raadsvergadering in mei, terwijl ik mijn bijdrage hield, zag niemand hoe mijn handen trilden, hoe onzeker ik was en hoe ik mijzelf ervan overtuigd had dat succes de enige optie was. Het amendement moest worden aangenomen.
Niemand had een idee hoe mijn dag was verlopen, en hoe kwetsbaar ik me voelde. Diezelfde dag had ik niet 1, maar 2 paniekaanvallen, toch een persoonlijk record gezet, typisch dat ik zelfs op deze punten mezelf moet overtreffen. Dit onderwerp kwam voor mij heel dichtbij, ik vond het echt heel belangrijk, en voelde de druk van de hele gemeente op mijn schouders. Maar ik wist ook dat ik de juiste persoon was om hier het woord over te voeren, ik heb er zelf vaak mee te maken gehad en ook mijn vrienden en studiegenoten. Als geen ander weet ik hoe belangrijk het is om hier aandacht voor te vragen. Het amendement werd aangenomen, ik kon weer ademen, maar ik besloot dat ik niet met mensen ging delen hoe mijn dag was verlopen. Uiteindelijk was het, het allemaal waard geweest niet? Waarom zou ik dan over iets praten waarvan ik weet dat er een taboe op rust?
Het wordt tijd dat we het taboe doorbreken en met elkaar het gesprek voeren. Als ik kijk naar mijn vrienden, studiegenoten en mede JS’ers, zie ik dat bijna iedereen worstelt met de druk die we voelen. Studeren, je voorbereiden op een carrière, meer opties dan ooit, elke dag de wereld willen verbeteren. Maar ook een woningnood, een mentale gezondheid crisis, oorlog in Europa en klimaatverandering. Allemaal onderdelen die ons dagelijks leven beïnvloeden en daarbij komt de druk van sociale media waar iedereen met een glimlach laat zien hoe goed ze het doen.
Naar de buitenwereld moeten we blijven lachen, we moeten laten zien hoe hard we werken. Het is best lastig, in een wereld waar falen geen optie is en we ons continu moeten bewijzen, waar we onszelf continu vergelijken met iedereen op sociale media en waar we niet hebben geleerd hoe we stil moeten staan.
Ik probeer hier een pleidooi te houden over het belang van open onze worstelingen delen, maar ik vind dat zelf ook moeilijk. Ik kies er zelf ook vaak voor om het niet te doen, het is makkelijker om te doen alsof alles goed is, hoef ik ook niet bang te zijn voor reacties.
Daarom deel ik vol trots mijn bijdrage op facebook en Instagram, maar ik deel niet wat eraan voorafgaat. En zo hou ik het ook in stand, ik deel de goeie momenten, de momenten waar ik trots op kan zijn en de momenten die ik graag terugzie. Ik deel niet de momenten waarop ik me afvraag of ik wel de juiste persoon ben om dit te doen, waarop ik paniekaanvallen heb, of waar ik niet trots op ben. Dus deze column is een begin voor verandering.
Laten we het hebben over de realiteit. Laten we het taboe doorbreken en eerlijk zijn over onze worstelingen. Want achter elke glimlach schuilt een verhaal, achter elk succes schuilt een reis van vallen en opstaan. En achter “ja gaat wel prima” zit een betekenis, hoe gaat het echt met iemand, zonder het sociaal correcte antwoord te geven. En als we durven te delen, creëren we een ruimte voor begrip en herkenning. We geven elkaar de mogelijkheid om eerlijk te zijn als de dingen even kut zijn, we geven elkaar de mogelijkheid om het gesprek aan te gaan, om hulp te zoeken als dat nodig is, of gewoon even het hart luchten.
Laten we als individuen het initiatief nemen om het taboe te doorbreken, om openlijk over onze worstelingen te praten. Het begint bij het delen van onze eigen ervaringen, zelfs als dat soms best wel eng is. Luister naar elkaar, weet je niet wat je moet zeggen? Dat maakt niet uit, wees er voor elkaar. Zo kunnen we samen een cultuur van openheid en steun creëren.
Daarom roep ik niet alleen op tot verandering, maar ik nodig jullie uit om samen deze verandering te bewerkstelligen. Laten we als politici en als mensen eerlijk zijn over hoe het echt met ons gaat, maar laten we ook als mensen het gesprek aangaan. De tijd nemen om naar elkaar te luisteren en af en toe onze “zwakte” te laten zien, want er is niets krachtiger dan eerlijk zijn over onze worstelingen. Het is oké om niet oké te zijn, en dat mogen we niet vergeten met elkaar te delen.
Hoe doen we dat?
Wat zou er gebeurd zijn als ik voor mijn amendement had aangegeven bij mijn fractie dat ik het spannend vond, niet zeker wist of ik dit wel moest doen? Wat was er gebeurd als ik de mensen voor en achteraf vertelde dat ik soms last heb van paniekaanvallen. Zouden ze mijn bijdrage minder goed vinden, of zouden ze anders naar mij kijken als mens? Of nog erger, zouden ze mij als politicus niet goed vinden, of niet succesvol? Die vragen zijn vaak de vragen die mijzelf tegenhouden maar ook anderen. Toch denk ik dat de sleutel tot verandering als individu daarin kan zitten. Open zijn, eerlijk zijn maar ook je kwetsbaarheid durven te tonen. Misschien dat ze een reactie zouden geven die mij niet zou liggen, maar dan mag ik toch trots zijn op mezelf. Je kwetsbaarheid tonen in de tijden van nu, is soms moeilijker dan altijd maar door moeten gaan met het doen alsof alles maar goed gaat.
Ik heb vandaag daar een eerste stap in weten te zetten. Ben ik bang voor de reacties? Vind ik het eng? Ja. En het uitspreken daarvan, mag ik trots op zijn toch?
Ik hoop een eerste stap waarin vele mensen zullen volgen. Wie dit net zoals mij ook gaat doen: weet dat ik in ieder geval trots op je ben.
Alleen samen kunnen we zorgen voor verandering.