Een tijdje geleden was ik uitgenodigd op een bijeenkomst met amateursportverengingen van het, tot dan, mij totaal onbekende register voor verengingsbestuurders (RVVB) bij voetbalvereniging CVV Sparta in Enschede. Het was een van de gesprekken georganiseerd in het kader van hun landelijke sporttour samen met PvdA-kamerlid Mohammed Mohandis om te praten met de bestuurders van de amateursportverenigingen. Ik ging die avond ontgoocheld naar huis.
Sportclubs, zoals voetbal-, volleybal- en handbalverenigingen zijn cruciaal in onze samenleving. Dit zijn de plekken waar je van jongs af aan leert dat bewegen leuk is. Waar talloze mensen elkaar elke week ontmoeten en samen sporten. De plek waar sociale bubbels doorbroken worden en eenzaamheid bestreden. En waar kinderen op het rechte pad gehouden worden. Wanneer we onze sportclubs verliezen, raken we niet alleen onze gezondheid en beweging kwijt, maar verdwijnt een belangrijk samenbindend element in onze gemeenschap.
Bij de afgelopen begrotingsbehandeling in Provinciale Staten was het me al gelukt om een miljoen vrij te maken voor de ondersteuning van vrijwilligersorganisaties. In de voorbereiding van dit voorstel had ik met een aantal organisaties gesproken. Maar gek genoeg nauwelijks met sportclubs, tot die avond. Er waren verschillende clubs aanwezig van verschillende sporten, die zowel reguliere sport als sport voor gehandicapten organiseren. En allemaal liepen ze op hoofdlijnen tegen hetzelfde problemen aan: dalende ledenaantallen, stijgende kosten, een gebrek aan vrijwilligers en een doorgeslagen participatiesamenleving.
Sportclubs worden behandeld als bedrijven, die je regels op kan leggen en van wie je een professionele aanpak van mag verwachten. Vrijwillige bestuurders zijn uren bezig met bureaucratie, zoals het aanvragen van subsidies, het regelen van een gediplomeerd vertrouwenspersoon, een plan voor verduurzaming van het clubgebouw, het regelen van ondersteuning van het jeugdsportfonds, ondersteuning van kinderen met een ‘rugzakje’, het aanpassen van de administratie aan de privacywetgeving, aanmaningen voor niet-betaalde contributie en ga zo maar door. Ze worden hierin nauwelijks ondersteund. De overheid houdt afstand, neemt een zakelijke houding aan en drukt alle verantwoordelijkheden op het bordje van de vrijwillig besturen. De participatiesamenleving is hier totaal doorgeslagen. Deze vrijwilligers worden massaal overvraagd! Sportclubs zijn geen bedrijven, maar belangrijke maatschappelijke voorzieningen met vrijwilligers die je moet koesteren.
Financieel hebben ze veel sportclubs het zwaar, mede door de hoge energierekeningen. Ze gebruiken hun reserves om acute gaten in de begroting te dichten, maar houden hierdoor onvoldoende over om op termijn de noodzakelijke investeringen te kunnen doen. Door de stapeling van de problemen dreigen sportclubs massaal om te vallen. Volgens het RVVB zal binnen vijf jaar zelfs de helft van alle amateurverenigingen in ernstige problemen komen, zie de resultaten van het onderzoek hier.
Komende woensdag is het sportdebat in Den Haag. Mohammed’s inzet is een sportwet als onderdeel van het actieplan sportverenigingen, het onmisbare cement van onze samenleving, met als hoofdpunten:
- Het voortbestaan van verenigingen verzekeren, bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk te stimuleren en de privatisering van publieke velden en gebouwen een halt toe te roepen;
- Verduurzaming van sportclubs teweegbrengen en daarmee de energierekening betaalbaar houden in de toekomst;
- Verankeren van sport door in de wet op te nemen dat iedereen toegang moet hebben tot sport.
Ik wens hem hierbij heel veel succes en hoop zo dat het hem lukt de kamer mee te krijgen in het maatschappelijk drama wat zich onder onze neus aan het voltrekken is.
Maar wij moeten ook aan de slag om onze sportclubs te helpen. Ik ben heel blij om te zien dat onze gemeenteraadsfractie deze handschoen al heeft opgepakt door schriftelijke vragen te stellen. En ze gaan met de sportclubs in gesprek om te horen waar ze tegenaan lopen. Een eerste stap, weg van de doorgeslagen participatiesamenleving. Op de weg terug naar de menselijke maat en naar een gezonde toekomst voor onze sportverenigingen!