Winkels in Hengelo mogen (bijna) altijd open
Op 11 mei jl. was het dan wederom zover, het debat en de stemming over de Winkeltijdenverordening. U heeft vast in de krant gelezen wat de uitslag was en ook hoe wij als fractie verdeeld hebben gestemd (2 stemmen voor en 2 stemmen tegen algehele openstelling). Ik zal daarom vooral ingaan op het debat zelf, de belangrijkste redenen voor ons veranderde stemgedrag en ik zal eindigen met enkele persoonlijke bespiegelingen.
Hoe verliep het debat?
Nog maar zelden in de afgelopen 3 jaar dat ik in de raad zit heb ik een debat meegemaakt dat zo duidelijk op waarden was gebaseerd als dit debat. Belangrijke waarden die “langskwamen” waren de zondagsrust, vrijheid (om te ondernemen), recht op vrije tijd en een goede balans werk-privé, het recht om te consumeren en de verschillende zienswijzen over de rol van de overheid. In het debat was vooral een weging van die waarden zichtbaar. Dat maakt het een heel mooi debat met bevlogen bijdragen van alle partijen.
Wat hebben wij als fractie betoogd?
Wij hebben steeds aangegeven 2 dingen belangrijk te vinden:
– we wilden regelen wat ondernemers samen afspreken
– we wilden opkomen voor de belangen van kleine ondernemers
Vorig jaar zijn nadrukkelijk ook deze punten aan de orde geweest en heeft dat voor PvdA-fractie geleid tot het instemmen met 20 koopzondagen en niet met algehele openstelling.
Wij hebben ons de vraag gesteld wat er na dit jaar veranderd is. Daarbij vinden wij de volgende feiten van belang:
– dit jaar zijn minder (breed) zienswijzes ingediend dan vorig jaar. Uit deze zienswijze is geen eenduidige telling te halen. Wel kan geconcludeerd worden dat consumenten in meerderheid hebben aangegeven op zondag te willen winkelen. Daartoe zijn er ruim 4700 handtekeningen aangeboden en waren er ook flink wat consumenten die dat als zienswijze hebben ingediend.
– aan de kant van de ondernemers is het minder duidelijk. Op basis van de stukken concluderen wij dat: de kleine ondernemers in de wijkwinkelcentra tegen algehele openstelling zijn EN dat uit de enquête van SCH (Stichting Centrummanagement Hengelo) blijkt dat een meerderheid van de centrumondernemers die de enquête hebben ingevuld 86 procent niet wil dat de lokale overheid daar zaken voor regelt. Ook wil eenzelfde percentage niet dat er een verschil is tussen plein Westermaat en de rest van Hengelo.
Bij gebrek aan andere meningen of duidelijke zienswijzen hebben wij daarom moeten concluderen dat de heersende mening onder ondernemers in de binnenstad is veranderd ten faveure van een algehele zondagopenstelling. Voor onze fractie is vooral de veranderende mening van ondernemers in de binnenstad een nieuwe situatie die tot een nieuwe afweging heeft geleid.
Die afweging was tussen enerzijds de wens van kleine ondernemers in wijkwinkelcentra om de openingstijden niet verder te verruimen dan 20 koopzondagen. En anderzijds de wens van (kleine) binnenstadondernemers om de vrijheid te hebben om zelf te beslissen wanneer men open is, niet gehinderd door de verordening.
Voor onze fractie betekende dat, dat voor 2 mensen in onze fractie de positie en wens van de kleine ondernemers in de wijkwinkelcentra het zwaarste heeft gewogen en dat zij daarom tegen de verordening tot verdere verruiming hebben gestemd. Ook voor twee mensen in de fractie heeft juist de wens van de binnenstadondernemers het zwaarst gewogen, zij hebben voor gestemd.
Een amendement om de winkeltijden verder te verruimen zodat winkels ook op zondagochtend open mogen zijn is door de gehele fractie gesteund zodat er een gelijk speelveld zou ontstaan voor alle ondernemers, ook voor ondernemers die juist behoefte hebben aan openstelling op bijvoorbeeld de zondagochtend (bakkers).
Een kleine bespiegeling tot slot
Mijn in 1903 geboren opa had lange tijd twee vrije dagen per jaar. Mijn in 1906 geboren oma werkte op 13 jarige leeftijd in een wasserij en maakte lange dagen tussen stoom, stank en hete ketels. In de twintigste eeuw heeft vooral de sociaal democratie bijgedragen aan regelgeving ten behoeve van de bescherming van werknemers. Normale uren werken, veiligheid op het werk, ruimte voor een goede balans tussen werk en privé, fatsoenlijk loon, een toeslag voor werk tijdens niet reguliere werktijden. Ik durf de weddenschap wel aan dat de zondagstoeslag op het uurloon snel (weer) ter discussie wordt gesteld omdat de zondag nu immers net zo’n normale werkdag is geworden als alle andere. Ik zet in op nog drie CAO onderhandelingen en dan wordt de zondagstoeslag afgeschaft. Ik vind dat een verlies, zowel voor werknemers als voor de sociaal democratie. Wat vindt u?